Project

Spoelen van water voor reductie ammoniakemissie uit melkveestallen

Uit recent onderzoek blijkt dat het gebruik van water in melkveestallen de ammoniakemissie fors kan reduceren (Van Dooren et al. 2022). Uit metingen op Dairy Campus bleek een reductie tot 40% haalbaar. Dat is veel meer dan de emissiereductie die nu aan het gebruik van water in melkveestallen wordt toegekend.

In bijlage 1 van de Regelingen ammoniak en veehouderij (Rav) wordt aan een vergelijkbaar systeem (A1.2) nu een emissiefactor van 10,2 kg NH3 per dierplaats per jaar toegekend. Dat is een reductie van 22% ten opzichte van de 13 kg NH3 per dierplaats per jaar voor de categorie ‘overige huisvestingsystemen’. Hieronder valt ook de betonnen roostervloer met mestopslag in de onderliggende kelder, die ook in het onderzoek op Dairy Campus als referentie is gebruikt. De hoogte van deze emissiefactor maakt dat gebruik water in melkveestallen nauwelijks wordt toegepast om de ammoniakemissie te reduceren. Naast de hoogte van de emissiefactor wordt ook de extra mestopslag die nodig is door gebruik van water als een belemmering voor brede praktijktoepassing gezien.

Toepasbaarheid beperkt

Omdat er geen duidelijke eigenaar is van deze maatregel komt verdere ontwikkeling niet van de grond en blijft praktische toepasbaarheid beperkt. Via het project ‘Water in de stal’ worden door het ministerie van LNV publieke middelen beschikbaar gesteld om bovengenoemde belemmeringen te onderzoeken en zo veel mogelijk weg te nemen.

Een van de resterende vragen die nog aandacht nodig heeft is de relatie tussen de hoeveelheid water en de ammoniakemissie. Daarnaast zijn er ten minste twee systemen om het water toe te dienen. Ook het schuiven van de roostervloer zou daarbij nog een rol kunnen spelen. Om inzicht te krijgen in deze punten wordt op Dairy Campus momenteel onderzoek gedaan.

Doel

Het doel van dit projectonderdeel dat uitgevoerd wordt op Dairy Campus is het vaststellen van de relatie tussen waterhoeveelheid en toedieningsmethode en de ammoniakemissie (primair) en het effect dat schuiven of frequentie van watertoediening daarop kan hebben (secundair).

Methode watertoediening

Het onderzoek betreft proeven met water dat op de roosters wordt toegedien met twee verschillende systemen:

  • Sproeisysteem waarbij de leidingen aan de achterrand van de ligbox of onder het voerhek, vlak boven de roosters zijn gemonteerd
  • Druppelsysteem waarbij leidingen op een hoogte van ca. 4 meter boven de roosters hangen.

Met beide systemen wordt elk uur een hoeveelheid water over de roosters verdeeld. Die hoeveelheid per oppervlakte wordt gevarieerd van 5 tot 15 liter per m2 per koe per dag.

Resultaten

Werkzaamheden zijn begin mei gestart duren tot eind augustus 2023. Parallel aan de metingen op Dairy Campus worden er gezocht naar geschikte melkveebedrijven om het effect ook in de praktijk door emissiemetingen vast te stellen. Vanaf circa half 2023 tot halverwege 2024 worden deze emissiemetingen in de stallen uitgevoerd.

Samenwerkingen

In het project wordt samengewerkt met andere projecten en initiatieven zoals Netwerk Praktijkbedrijven, Coöperatie ‘Boeren met perspectief’ en De Marke. De projectcoördinatie is in handen van Hendrik Jan van Dooren van Wageningen Livestock Research en Jeanet Brandsma.

Dit is een nieuw onderzoek in het kader van het programma Integraal Aanpakken dat wordt gesubsidieerd door het ministerie van LNV.