Project

DSM: De effectiviteit en lange termijn effecten van Bovaer® op methaanemissie en productiekenmerken van melkvee

De emissie van methaan uit het maagdarmkanaal van een melkkoe is aanzienlijk, namelijk gemiddeld 135 kg per koe per jaar (in 2019). Verschillende opties zijn denkbaar om deze methaanemissie via de voeding te reduceren. Dit kunnen reguliere voermaatregelen zijn, zoals aanpassingen in het ruwvoer en/of krachtvoer, maar ook het gebruik van voeradditieven is een optie. Wageningen Livestock Research onderzoekt de effectiviteit van het voeradditief Bovaer® van het bedrijf DSM.

Uit eerder onderzoek in Nederland is reeds gebleken dat de methaanemissie tussen de 27 tot 40% afneemt bij verstrekking van ruim 1-1.5 gram Bovaer® per koe per dag en dat deze reductie in methaanemissie bij langdurig voeren (4 maanden) in stand blijft. De proef die uitgevoerd wordt in de voedingsstallen van Dairy Campus richt zich op het effect van langdurig voeren van Bovaer® (volledige lactatiecyclus, inclusief droogstand en afkalven) op de methaanemissie en productiekenmerken van melkvee in Nederland.

Achtergrond

Methaan wordt in de pens van melkvee gevormd als gevolg van microbiële fermentatie van het geconsumeerde voer. Deze methaan heeft geen voedingswaarde voor de melkkoe en wordt hoofdzakelijk uitgestoten via oprispingen en de adem. Hierdoor is methaanemissie niet alleen de grootste bron van broeikasgassen in de melkveehouderij, maar vertegenwoordigt het ook een verlies van de opgenomen energie door de melkkoe. Vanwege deze grote gevolgen is onderzoek naar strategieën om methaanemissie van melkkoeien te verlagen noodzakelijk.

Wat onderzoeken we?

Deze proef heeft twee doelstellingen. Allereerst willen we de effectiviteit van Bovaer® in kaart brengen. Zo wordt onderzocht in hoeverre Bovaer® methaanemissie reduceert en of dit methaan reducerende effect van Bovaer® persistent is gedurende een volledige lactatie (inclusief droogstand). Als tweede willen we de effecten van Bovaer® op productiekenmerken, zoals melkgift, melksamenstelling, lichaamsgewicht en voeropname, gedurende een volledige lactatie in kaart brengen. Ook worden de eigenschappen van de geboren kalveren (zoals vermeld op een geboortekaart) en de kwaliteit van de biest hierin meegenomen.

Hoe onderzoeken we?

Er zijn in totaal 64 melkkoeien in deze proef, waarvan 32 koeien gedurende de looptijd van de proef het voeradditief Bovaer® ontvangen en 32 koeien een placebo. Om de effecten van Bovaer® goed te kunnen bepalen, wordt Bovaer® gemengd met en verstrekt via het totale rantsoen en gelijkmatig over de dag aangeboden. De samenstelling van het rantsoen is conform de praktijk en gangbare werkwijze van Dairy Campus en afhankelijk van het lactatiestadium van de melkkoeien. De dosering van Bovaer® is echter gedurende de hele looptijd van de proef hetzelfde. Er is geen verschil in de bereidingswijze alsmede het verstrekken van het voer voor de koeien die Bovaer® ontvangen vergeleken met de koeien die een placebo ontvangen.

Tijdens deze proef worden de productiekenmerken van de koeien op dagelijkse en individuele basis gemeten. Daarnaast wordt gebruik gemaakt van GreenFeed meetstations, waarmee methaanemissie van melkkoeien onder praktijkomstandigheden gemeten kan worden, met nauwelijks invloed van de meetopstelling op het gedrag en functioneren van de melkkoe. Deze GreenFeed meetstations zijn vergelijkbaar met een krachtvoerbox, waarbij de uitgeademde lucht tijdens het consumeren van een brok opgevangen en geanalyseerd wordt voor methaan.

Waarom is dit belangrijk?

Melkvee levert een grote bijdrage aan de broeikasgasemissie van de Nederlandse agrarische sector en er is dan ook veel aan gelegen om deze broeikasgasemissies te reduceren en de carbon footprint van melk te verlagen. Middels voermaatregelen wordt een zeer directe invloed uitgeoefend op het fermentatieproces in de pens en daarmee ook de methaanvorming in de pens. Het voeradditief Bovaer® remt specifiek het proces van methaanvorming zonder het fermentatieproces in de pens te beïnvloeden. Bovaer® heeft de potentie om een aanzienlijk deel van de gewenste verlaging van de carbon footprint te realiseren. Het is van belang om na te gaan of dit methaan reducerende effect van Bovaer® zonder negatieve effecten, of misschien zelfs met positieve effecten, op de productie en conditie van melkvee gerealiseerd kan worden.    Om de effecten ook in de Nederlandse setting te onderzoeken is bij uitstek een lange termijn studie geschikt, welke tot nu toe nog niet gerapporteerd is. Daarnaast heeft de meerderheid van de proeven tot op heden gewerkt met een dosering van 60 mg Bovaer® per kg droge stof, terwijl DSM een dosering van 60 tot 100 mg Bovaer® per kg droge stof wil registreren bij de EFSA (European Food Safety Authority). Binnen de huidige proef wordt dan ook gewerkt met een dosering van 80 mg Bovaer® per kg doge stof om meer informatie te verzamelen over deze specifieke dosering van Bovaer® en de gevolgen daarvan voor melkvee.

Welke activiteiten voeren we uit?

Oktober 2020 is de proef gestart in de voedingsstal van Dairy Campus waarbij 64 koeien gedurende een volledige lactatie gevolgd zullen worden (inclusief de droogstandsperiode en het afkalven). Vanaf de start wordt gebruik gemaakt van individuele voeropnamestations, zogenaamde RIC bakken. De RIC bakken worden automatisch gevuld met rantsoen waaraan ofwel de placebo ofwel Bovaer® is toegevoegd. We kunnen door middel van deze RIC bakken de individuele voeropname en voeropnamepatroon in kaart brengen. Gedurende de gehele proefduur wordt de methaanemissie dagelijks gemeten door middel van de GreenFeed stations, evenals de prestaties (o.a. melkgift en melksamenstelling) en de conditie (d.w.z. lichaamsgewicht en Body Condition Score) van de koeien.

Wanneer verwachten we resultaten?

De proef zal eind 2021 worden afgerond. De meetresultaten worden verwerkt door Wageningen Livestock Research en komen in 2022 beschikbaar.

Nieuws