Nieuws

Melk van 400 verse koeien verzameld voor diergezondheidsindicatoren

Gepubliceerd op
9 april 2019

Onderzoekers van Wageningen Livestock Research gaan, in samenwerking met Delta Instruments, data van 400 koeien analyseren. Deze informatie is het afgelopen jaar verzameld op Dairy Campus. Hier zijn van alle melkkoeien in week 3 en 4 na het afkalven zowel melk- als bloedmonsters genomen. Het doel van deze studie is om de waarde van het mid infrared (MIR)-profiel van de melk van koeien in het begin van de lactatie te bepalen als indicator van de metabole status op dat moment, en als voorspeller voor de levensduur.

De belangrijkste reden voor onvrijwillige afvoer van melkvee zijn vruchtbaarheidsproblemen, mastitis en klauwproblemen. Veel van deze problemen zijn te herleiden naar het begin van de lactatie. Koeien hebben vaak moeite met de metabole veranderingen die een nieuwe lactatie met zich meebrengt. De stofwisseling van een koe kenmerkt zich aan het begin van de lactatie door de afbraak van lichaamsvet, waarbij in het bloed verhoogde concentraties van niet-veresterde vetzuren (NEFA’s) en het ketonlichaam beta-hydroxyboterzuur (BHB) worden gevonden, terwijl de glucose concentratie verlaagd is. Mogelijk zijn vergelijkbare veranderingen ook terug te vinden in de melkprofielen, en kunnen deze profielen gerelateerd worden aan de gezondheid én levensduur van de koe. Dit was de aanleiding voor het project ‘Melk MIR-profielen als indicator voor levensduur van melkvee’

Praktijkgedeelte op Dairy Campus afgerond

Het project is in 2018 van start gegaan, waarbij het praktijkgedeelte van het onderzoek heeft plaatsgevonden op Dairy Campus. Dit gedeelte is hier nu afgerond. Er zijn van 400 melkkoeien melk- en bloedmonsters verzameld in week 3 en 4 na afkalven, en daarnaast ook informatie omtrent melkproductie, ziekte en vruchtbaarheid. De melkmonsters worden door Delta Instruments geanalyseerd voor wat betreft het MIR profiel; de bloedmonsters worden door Wageningen University & Research geanalyseerd op NEFA, BHB en glucosegehalte.

Op basis van deze informatie gaan de onderzoekers kijken in hoeverre de samenstelling van melk een afspiegeling is van het metabolisme van de koe op dat moment. Daarnaast wordt de melksamenstelling in het begin van de lactatie gerelateerd aan de ziektegegevens en de kans op afvoer in de loop van de lactatie, oftewel de levensduur van de koe. Mogelijk geeft dat nieuwe handvatten aan melkveehouders om hun koeien beter te managen rondom transitie en hiermee de levensduur de melkkoe te verlengen. 

De resultaten van dit onderzoek zullen naar verwachting eind 2019 openbaar worden gemaakt.