Nieuws

Vijf vragen over Dairy Campus en de toekomst van de melkveehouderij

Gepubliceerd op
17 mei 2022

Smart farming, voerefficiëntie, biodiverse melk, natuurinclusieve landbouw: op Dairy Campus in Leeuwarden zijn ze er iedere dag mee bezig. Op dit high-tech onderzoeks- en innovatiecentrum van Wageningen Livestock Research wordt wetenschappelijk en praktijkgericht onderzoek gedaan naar de hele zuivelketen. Kees de Koning, manager Innovatie van Dairy Campus, beantwoordt vijf vragen over de bijdrage van zijn organisatie aan de melkveehouderij van morgen.

Hoe zou je Dairy Campus omschrijven?

“Ons motto is ‘Inspire the dairy chain of tomorrow’. Wij houden ons intensief bezig met vraagstukken rondom de toekomst van de melkveehouderij. Hier in Leeuwarden hebben we 500 melkkoeien en 300 hectare land, waardoor we alle ruimte hebben voor innovatief onderzoek. Dat doen we in nauwe samenwerking met partners binnen en buiten Wageningen University & Research (WUR). En verder verzorgen we via partner Hogeschool Van Hall Larenstein (VHL) een aantal opleidingen, waaronder Biologische melkveehouderij en de master Innovative Dairy Chain Management.”

Hoe belangrijk is de samenwerking met partners?

“Om dingen te kunnen doen moeten we echt samenwerken met andere partijen. Er lopen hier steeds mensen rond van andere organisaties, en dat is juist het leuke. We hebben een groot netwerk aan bedrijven in de zuivelketen: veevoerbedrijven, zuivelverwerkers, toeleveranciers, producten van graszaad, en ga zo maar door. Door de mix van internationaal opererende bedrijven noemen we deze regio in Friesland ook wel de Dairy Valley.

Verder hebben we natuurlijk veel verbindingen met Wageningen. Onder andere met de onderzoeksinstituten binnen Animal Sciences maar ook Food & Biobased Research, Environmental Research, Plant Research en met de Boerderij van de Toekomst. Zo wordt Dairy Campus steeds meer een faciliteit voor heel Wageningen.”

Kun je voorbeelden geven van innovaties waar Dairy Campus aan werkt?

“In het verleden hebben we veel impact gemaakt met automatisering. De eerste ideeën voor melkrobots kwamen bijvoorbeeld bij onze voorlopers vandaan. In het begin zeiden mensen: ‘Wat moeten we daarmee?’, en nu worden ze overal gebruikt. Dat wil niet zeggen dat alles altijd direct goed gaat. Bij het innoveren kan er bij elke stap iets misgaan: bij de prototypes, het testen, het opschalen. En sommige innovaties halen nooit de markt, ook dat hoort erbij.

We werken nu onder meer aan een project over biodiverse melk. Dat doen we door een deel van het grasland in te zaaien met kruidenmengsels. De melk die dat oplevert willen we apart verwerken, want we willen elk druppel tot op de individuele koe kunnen traceren. Daarom zeggen we vaak: de koeien op de Dairy Campus produceren data, en ook melk levert veel data. Hoe zit het met de samenstelling, en met de smaak? Dat gebeurt allemaal in samenwerking met Van Hall Larenstein en collega’s van WUR: Wageningen Environmental Research kijkt naar biodiversiteit, Wageningen Food Safety Research naar voedselveiligheid.

Luchtfoto Dairy Campus
Luchtfoto Dairy Campus

Ik kan nog veel meer voorbeelden noemen. We werkten eerder aan virtual fencing, waarbij koeien een signaal krijgen als ze buiten hun gebied komen. En we houden ons bezig met cameratechnieken om gedrag automatisch vast te kunnen leggen. Met behulp van slimme analyses en machine learning kunnen we camerasystemen ontwikkelen die zien dat een dier kreupel loopt. Of dat een dier ziek is. Verder loopt er veel onderzoek naar de emissie van stikstof en broeikasgassen; hele actuele thema’s.”

Hoe blijven jullie in contact met boeren en de samenleving?

“Wij staan met een been in het Wageningse, en met een been op het boerenerf. Voor de coronacrisis ontvingen wij zo’n 10.000 tot 12.000 bezoekers per jaar, een mix van boeren en burgers uit binnen- en buitenland. We organiseerden op maat gemaakte dagprogramma’s, strategiesessies met bedrijven, seminars over biodiversiteit en stikstof. Inmiddels zijn we weer volop aan het plannen voor de komende periode, zo hebben we op 1 juni alweer een open dag rondom high-tech en biodiversiteit. Dit doen we samen met LTO en WUR.

Kennis delen is gewoon een van onze belangrijkste taken. Het is niet zo dat we een paper publiceren en het daarna wel best vinden. Wij moeten onze kennis onder de aandacht brengen. Gaat het over stikstof, dan geven we gemeenteambtenaren hier een rondleiding om te laten zien wat een emissiearme vloer is. We hebben dus ook een demonstratiefunctie.”

De landbouw staat voor grote maatschappelijke uitdagingen. Hoe kijken jullie daarnaar?

“Juist in dit soort situaties wordt de roep om innovatie alleen maar groter. Dierlijk eiwit als zuivel en vlees blijft ook in de toekomst een onderdeel van ons voedselpatroon. Minder groot misschien, maar dat blijft echt wel. Wij doen veel onderzoek naar transitiemogelijkheden binnen de keten, naar onderwerpen die in de toekomst nog belangrijker zullen worden. Denk aan circulariteit, methaan, stikstof, dierenwelzijn, circulair, natuurinclusief. Daarom zie ik voor Dairy Campus vooral kansen.”