Nieuws

Koeienvlaaien natuurlijke 'snackbar' voor weidevogels

Gepubliceerd op
12 december 2013

Niet alleen koeien zelf en burgers, maar ook weidevogels zijn blij met koeien in de wei. Uit recent onderzoek van het Louis Bolk Instituut blijkt namelijk dat het aantal regenwormen onder koeienvlaaien verdrievoudigt. Ook trekken mestflatten extra vliegen en mestkevers aan: allemaal voedselbronnen voor weidevogels en hun kuikens. Weidegang speelt dus een belangrijke rol in de voedselvoorziening en het behoud van weidevogels.

Wormen, kevers, vliegen komen massaal af op de koeienvlaai

Een koe produceert 8 tot 12 mestflatten per dag. Als koeien buiten staan, komen die voor een groot deel in de weide terecht. Om meer inzicht te krijgen in de afbraak van mestflatten is het Louis Bolk Instituut op 10 melkveebedrijven een onderzoek gestart, gefinancierd door het Productschap Zuivel. Op de bedrijven (5 op zand en 5 op veen) is het afbraakproces gevolgd en geanalyseerd van 12 koeienvlaaien met dezelfde mestsamenstelling. Naast afbraak is het aantal vliegen, kevers en wormen in, rond en onder de koeienvlaaien geteld.

Wormen onder mestflatten. Het maximum aantal wormen onder gras op zandgrond (normaal zand), onder mestflat op zandgrond (zand onder mestflat), gras op veengrond (normaal veen) en mestflat op veengrond (veen onder mestflat) per vierkante meter (Tabel: Nick van Eekeren, Louis Bolk Instituut)
Wormen onder mestflatten. Het maximum aantal wormen onder gras op zandgrond (normaal zand), onder mestflat op zandgrond (zand onder mestflat), gras op veengrond (normaal veen) en mestflat op veengrond (veen onder mestflat) per vierkante meter (Tabel: Nick van Eekeren, Louis Bolk Instituut)

Uit het onderzoek blijkt dat het aantal wormen onder mestflatten gemiddeld verdrievoudigt en op veengrond nog sterker toeneemt dan op zandgrond (zie tabel hieronder). Op één bedrijf was het aantal wormen zelfs vervijfvoudigd: van 8 naar 40 onder het oppervlakte van een mestflat. Omgerekend is dat een toename van 400 wormen per m2 naar 2000 per m2. De toename in jonge wormen is zo sterk dat de onderzoekers concluderen dat het niet alleen migratie van wormen betreft, maar dat de mestflat ook een broedplaats is voor jonge wormen. De koeienvlaai vormt namelijk een isolatielaag, waaronder de bodem vochtig blijft en de temperatuur niet te hoog wordt – prima omstandigheden voor de jonge worm.

Achtergronden mestflattenonderzoek

Het onderzoek is opgezet met als doel praktische maatregelen te ontwikkelen om de afbraak van mestflatten te verbeteren en zo de grasbenutting in de wei te verhogen. De eerste resultaten tonen aan dat hoe meer wormen er aanwezig zijn, hoe effectiever de afbraak van de mest verloopt. Mestflatten blijken dus zowel voor veehouders als voor fauna zoals weidevogels belangrijk te zijn. In het onderzoek wordt samengewerkt met het project Amazing grazing waarin oplossingen worden gezocht voor knelpunten bij beweiding. Eén van de thema’s waar naar wordt gekeken, is het effect van verschillende manieren van weideslepen op de verspreiding en afbraak van mestflatten.