Nieuws

Geheimen van de koe

Gepubliceerd op
6 oktober 2021

De melkveehouderij staat voor uitdagingen zoals het terugdringen van de uitstoot van broeikasgassen en stikstof. Op zoek naar oplossingen worden de melkkoeien op de Dairy Campus in Leeuwarden 24/7 gevolgd door sensoren, trackers en camera’s.

De dieren produceren data over voeding, welzijn, melk, weidegang, biodiversiteit, mest en urine. Zo werd onder meer een voertoevoeging ontwikkeld die de methaanuitstoot tot 40 procent vermindert. Stap voor stap ontrafelen de Wageningse onderzoekers de geheimen van de koe, die helpen bij het vinden van oplossingen.

“Wij zijn er niet om koeien te melken, maar voor onderzoek, innovatie en dataverzameling. Onze koeien produceren data”, zegt Kees de Koning, manager Innovatie op de Dairy Campus in Leeuwarden. Elke beweging van de ongeveer vijfhonderd koeien wordt vastgelegd, onder meer middels een halsband met sensoren en GPS-techniek, camera’s, elektronische bakens in de stallen, voer- en melksystemen en slimme  herkenningspoortjes.

Onderzoekers kunnen precies volgen wanneer een koe in de ligbox is, door een melkrobot wordt gemolken of eet. In de voedingsstal houdt de voerapparatuur nauwkeurig bij hoe vaak, hoe veel en hoe lang een koe eet en om welk type voeding het gaat. En in de melkstal worden het tijdstip, de  duur van het melken en hoeveelheid melk geregistreerd. Ook wordt wekelijks van iedere koe een melkmonster geanalyseerd op onder meer de eiwitsamenstelling en de hoeveelheden vet en lactose.

Nieuwe oplossingen

Alle data die de koeien 24 uur per dag produceren, staan in het teken van onderzoek naar verbeteringen in de melkveehouderij. “De accenten van het onderzoek verschuiven door de jaren heen. Waar het vroeger vooral ging om productieverhoging, werd de laatste decennia dierenwelzijn en voerefficiëntie steeds belangrijker.” En de afgelopen jaren is er veel aandacht voor het terugdringen van de uitstoot van ammoniak en broeikasgassen.

“We zoeken naar nieuwe oplossingen en kijken naar strategieën die boeren kunnen helpen”, vertelt De Koning. Twintig jaar geleden was hij betrokken bij de ontwikkeling van de melkrobot. “Nu gebruikt bijna een derde van de melkveehouders een melkrobot, terwijl die 25 jaar geleden nog niet of nauwelijks werd toegepast.”

Minder methaan met voeding

De Dairy Campus beschikt over zes staltypen, allen geschikt voor een bepaald soort onderzoek. Zo is er bijvoorbeeld de voedingsstal, maar ook een “emissiestal” waar de uitstoot van bepaalde gassen wordt gemeten. Verschillende stallen zijn uitgerust met krachtvoerautomaten met ademanalyseapparatuur, die vastlegt hoeveel broeikasgassen als CO2 en methaan een koe uitstoot.

“Methaan ontstaat tijdens het herkauwen, wanneer het gras afbreekt in de pens van de koe”,  legt De Koning uit. Doordat koeien veel boeren, komt de methaan in de atmosfeer terecht. Het is een heel sterk broeikasgas, dat ontstaat in moerassen, bij natte rijstteelt én in de pens van herkauwers als de koe. Vanwege de snelle opwarming van de aarde is het belangrijk om de uitstoot van methaan terug te dringen.

Al langer bekijken Wageningse onderzoekers welke voedingsstoffen de methaanproductie in de pens kunnen terugdringen. In samenwerking met DSM testte de Dairy Campus een methaanemissie-remmend poeder dat kan worden toegevoegd aan het voer voor koeien. “Het was baanbrekend onderzoek. Dit voedseladditief blijkt de methaanproductie in de pens namelijk  met 30 tot 40 procent te reduceren.” In Zuid-Amerika is deze toevoeging inmiddels al toegelaten en verkrijgbaar. In de EU is het nog even wachten op goedkeuring.

Elkaar versterken

Het zijn interessante tijden, meent De Koning. “Er spelen veel dossiers en maatschappelijke discussies, bijvoorbeeld over klimaat en stikstof. De meerwaarde van de een innovatiecentrum als Dairy Campus, komt steeds meer naar boven.”

De onderzoekers werken regelmatig samen met andere afdelingen van Wageningen University & Research andere kennisinstellingen en bedrijven. Het gaat veelal om publiek-private samenwerkingen, medegefinancierd door de overheid of de EU.

Ook internationaal trekt het onderzoek op de Dairy Campus belangstelling en lopen er projecten met kennisinstellingen in de VS, Zuid-Amerika, China en Nieuw-Zeeland. “In Nederland hebben we veel expertise en tegelijkertijd kampen veel landen met vergelijkbare vraagstukken. We kunnen van elkaar leren en elkaar versterken.”

Welbevinden van het dier doorgronden

Ondertussen doorgronden de onderzoekers steeds meer geheimen van de koe. “Hoe meer we weten, hoe meer nieuwe vragen er opkomen, bijvoorbeeld over gedrag, welzijn en efficiëntie. We komen er steeds verder in, maar of we ooit alle geheimen kunnen ontrafelen, dat betwijfel ik.”

Wat zou hij zelf graag nog willen weten? “Er is veel discussie over omgeving, milieu, klimaat, gezondheid en welzijn. Veel daarvan komt op de schouders van boer en koe.” We kijken met onze eigen blik naar dieren, gekleurd door onze achtergrond, vervolgt De Koning. Bijvoorbeeld als het gaat om het meteen na de geboorte bij de moeder weghalen van een kalf.

“Waar ik graag een antwoord op zou krijgen is wanneer de koe zich echt senang voelt. Misschien is dat een stap te ver. Maar in de toekomst kunnen we op basis van gedrag en op grond van hormonen en andere stoffen in melk en bloed waarschijnlijk wel meer indicaties vinden voor het welbevinden van de koe.”

Bron: WUR